objecten

Objecten is de meervoudsvorm van object. In het Nederlands verwijst het woord naar een ding dat kan worden waargenomen, vastgehouden of gebruikt. Objecten kunnen concreet zijn, zoals een stoel of een appel, of abstract, zoals getallen, ideeën of waarden. De term wordt in verschillende vakgebieden gebruikt, waaronder taal, filosofie, informatica en dagelijks taalgebruik.

In de taalkunde is een object een grammaticale functie in een zin. Meestal wordt onderscheid gemaakt tussen het lijdend voorwerp (direct object) en het meewerkend voorwerp (indirect object). Voorbeeld: "Ik geef het boek aan mijn zus." Hier is "het boek" het lijdend voorwerp en "aan mijn zus" het meewerkend voorwerp. In sommige talen kan een object ook zonder voornaamwoord voorkomen.

In de filosofie verwijst het begrip object naar wat door een subject wordt waargenomen, onderzocht of behandeld. Het object kan concreet of abstract zijn, en staat vaak in tegenstelling tot het subject. Discussies over objectiviteit, realiteit en representatie draaien om de relatie tussen object en waarnemer.

In informatica, en met name in objectgeoriënteerde programmering, is een object een instantie van een klasse. Een object bevat eigenschappen (attributen) en gedrag (methoden) en kan onderling communiceren. Het begrip omvat kenmerken zoals encapsulatie, overerving en polymorfisme. Voorbeeld: een object Auto met eigenschappen zoals kleur en merk, en methoden zoals starten en stoppen.

Toepassingen en classificatie van objecten zien we ook in inventarisatie, archivering en catalogisering, waar objecten worden beschreven, gegroepeerd en beheerd op basis van hun kenmerken, gebruik en locatie.