Home

soortenrijkdom

Soortenrijkdom, of richness, verwijst naar het aantal verschillende soorten die voorkomen in een afgebakend gebied of ecosysteem. Het is een fundamentele maat voor biodiversiteit, maar zegt weinig over de aantallen van individuele soorten of over de gelijkmatige verdeling van populaties. Daarom wordt het vaak aangevuld met andere maatstaven die ook de abundantie en de verdeling van soorten beschrijven.

Metingen van soortenrijkdom gebeuren via veldbezoeken en gestructureerde steekproeven, zoals quadraten of transecten. Binnen een locatie

Factoren die soortenrijkdom bepalen zijn onder meer de grootte van het gebied (ruimtelijke schaal), habitatdiversiteit, klimaat

Toepassingen van soortenrijkdom omvatten monitoring van biodiversiteit, conservatieplanning en evaluatie van herstelmaatregelen en ecosysteemdiensten. Beperkingen van

wordt
meestal
gesproken
van
alfa-diversiteit;
tussen
locaties
kan
men
verschillen
in
rijkdom
meten
als
beta-diversiteit,
terwijl
een
regio
rijkdom
samenvat
als
gamma-diversiteit.
Bij
vergelijking
van
rijkdom
wordt
vaak
rekening
gehouden
met
bemonstering
door
rarefactie
of
soortensaldo-curves
om
te
corrigeren
voor
verschillende
inspanningen
en
detectie.
en
productiviteit,
verstoringen
en
de
historische
isolatie
van
populaties.
De
theorie
van
eilandbiogeografie
beschrijft
hoe
isolatie
en
grootte
samen
rijkdom
beïnvloeden.
Over
het
algemeen
hebben
tropische
ecosystemen
een
hogere
soortenrijkdom
dan
gematigde
zones,
maar
patronen
variëren
afhankelijk
van
de
schaal
en
de
omgeving.
de
maatstok
zijn
onder
meer
detectie-
en
bemonsteringsbias,
onderschatting
van
zeldzame
of
cryptische
soorten,
en
taxonomische
onzekerheid.
Rijkdom
alleen
geeft
geen
informatie
over
de
exploitatie
of
de
verdeling
van
soorten,
daarom
wordt
vaak
gecombineerde
metingen
van
evenheid
en
diverseindices.