Home

slangen

Slangen (Serpentes) zijn een onderorde van reptielen met een lang, slank lichaam en zonder poten. Ze hebben een flexibel hoofd en een wijd uitrekbare kaak, waardoor ze grote prooien kunnen inslikken. De ogen zijn meestal beschermd door een transparante hoornlaag, de bril, en hebben geen beweegbare oogleden. Slangen gebruiken hun gespierde tong om geuren waar te nemen en via het vomeronasale orgaan informatie op te nemen. De huid bestaat uit schubben en wordt periodiek afgestoten bij vervelling. Slangen zijn koudbloedig en komen in vrijwel alle habitats voor, van woestijnen tot tropische regenwouden en soms in zee.

Taxonomie en diversiteit: Slangen vormen een zeer diverse groep met ongeveer 20 families. Belangrijke indelingen zijn

Leefwijze en adaptaties: Slangen komen voor in vrijwel alle habitats, van woestijnen tot tropische regenwouden en

Conservering en mens-slange relaties: Slangen vervullen belangrijke ecologische rollen als predatoren van knaagdieren en ongewervelde dieren.

Colubridae
(veelal
niet
giftig
en
de
grootste
familie),
Elapidae
(cobra’s,
krait,
mambas
en
verwanten;
meestal
giftig
met
voorste
fangs)
en
Viperidae
(vipers
en
pitvipers;
lange,
giftige
hoektanden).
Boidae
en
Pythonidae
omvatten
constrictors
zoals
boa’s
en
pythons,
die
doorgaans
niet
giftig
zijn.
Zeeslangen
behoren
tot
de
Elapidae
en
zijn
aangepast
aan
een
mariene
levensstijl.
sommige
mariene
omgevingen.
Ze
jagen
door
stil
te
wachten
of
actief
te
stalken;
prooi
kan
worden
verstrikt
door
constrictie
of
geraakt
door
vergiftiging.
Voor
de
zintuigen
spelen
het
Jacobson’s
orgaan
en,
bij
veel
soorten,
warmtesensorische
pits
een
belangrijke
rol
bij
het
detecteren
van
geuren
en
warmte.
Voortplanting
varieert:
sommige
soorten
leggen
eieren
(ovipaar),
andere
brengen
levende
jongen
voort
(vivipaar).
Ze
worden
soms
onterecht
gevreesd
of
gedood
en
sommige
soorten
zijn
bedreigd
door
habitatverlies,
stroperij
en
illegale
handel.
Beschermingsmaatregelen
richten
zich
op
habitatbehoud,
publieke
voorlichting
en
bestrijding
van
gif.