Home

oogleden

Oogleden zijn twee symmetrische plooiingen van huid en onderliggend weefsel die de voorste oogbal afdekken en beschermen. Ze openen en sluiten bij elke knipperbeweging en spelen een cruciale rol bij de verdeling van de traanfilm en bij de regulatie van de lichtinval die het oog bereikt.

Anatomie: elk ooglid bestaat uit drie hoofdlagen: een buitenste huid, een middelste spierlaag en een binnenbekleding

Functie: knipperen verspreidt de traanfilm, bevochtigt het oog en beschermt tegen stof en letsel. Het openen

Variatie en aandoeningen: veelvoorkomend zijn blefaritis (randontsteking), chalazion of hordeolum (meibomklier of kliierwandontsteking), ptosis (liddaaling door

van
conjunctiva.
De
bovenooglidbeweging
wordt
voornamelijk
verzorgd
door
de
levator
palpebrae
superioris,
die
via
een
aponeurose
in
het
bovenlid
insertie
vindt;
de
kleine
Mullers-spier
levert
aanvullende
lift
via
het
sympathische
zenuwstelsel.
De
onderooglid
is
iets
minder
mobiel.
De
rand
bevat
wimpers
en
gespecialiseerde
kliertjes:
de
meibomische
klieren
in
de
tarsale
plaat
scheiden
olie
uit
die
de
traanfilm
stabiliseert;
nabij
de
wimperfollicels
liggen
de
kliertjes
van
Zeis
en
Moll;
aan
de
binnenkant
bevinden
zich
gobletcellen
in
de
conjunctiva
die
mucine
produceren.
van
het
bovenlid
gebeurt
vooral
door
de
levator
palpebrae
superioris;
het
sluiten
door
de
orbicularis
oculi.
Muller's
spier
levert
aanvullende
lift
via
het
sympathische
systeem.
De
knipperreflex
ontstaat
door
sensorische
input
van
de
trigeminale
zenuw
(CN
V)
en
motorische
uitvoer
via
CN
VII.
zenuw-
of
spierproblemen)
en
entropion
of
ectropion
(lidranden
naar
binnen
of
naar
buiten).
Ooglidproblemen
kunnen
de
traanfilm
verstoren
en
het
zicht
beïnvloeden.