Home

ongewervelde

Ongewervelde dieren zijn dieren zonder wervelkolom. Het begrip wordt gebruikt voor een grote groep organismen die alle andere dieren omvat naast de vertebraten. Ongewervelde dieren komen bijna overal voor: in zeeën, zoetwater en op het land, en ze variëren sterk in grootte, vorm en levenswijze. Ze vormen de overgrote meerderheid van alle dierlijke soorten.

Belangrijke fyla zijn sponzen (Porifera), neteldieren (Cnidaria), weekdieren (Mollusca), ringwormen (Annelida), geleedpotigen (Arthropoda) en stekelhuidigen (Echinodermata).

Een kenmerk van ongewervelde dieren is het ontbreken van een wervelkolom. Ze vertonen een grote variatie in

Ecologisch spelen ongewervelde dieren een cruciale rol: ze bepalen samen met vertebraten voedselketens, dragen bij aan

Daarnaast
tellen
veel
taxonomische
lijsten
ook
platte-
en
rondwormen
(Platyhelminthes
en
Nematoda).
Deze
groepen
bestrijken
vrijwel
elk
habitat,
van
oceaanbodem
tot
zoetwater
en
land.
lichaamselementen:
uitwendig
of
inwendig
skelet,
meestal
geen
of
beperkt
skelet,
en
uiteenlopende
segmentatie.
Bij
geleedpotigen
ligt
vaak
een
hard
uitwendig
exoskelet,
terwijl
stekelhuidigen
en
sommige
weekdieren
skeletachtige
structuren
bezitten.
Reproductie
gebeurt
zowel
seksueel
als
aseksueel;
ontwikkeling
kan
directe
vorming
of
larvale
stadia
omvatten.
de
ontbinding
van
organisch
materiaal,
bestuiven
gewassen
(vooral
insecten),
en
dragen
bij
aan
ecosystemen
zoals
koraalriffen
en
bodemstructuren.
Ze
leveren
ook
economische
en
medische
kennis
en
zijn
vaak
indicatief
voor
de
gezondheid
van
habitats.
Conservatiebeleid
richt
zich
op
het
behoud
van
biodiversiteit
en
leefomgevingen.