Home

ontbreken

Ontbreken is een werkwoord in het Nederlands met de kernbetekenis 'niet aanwezig zijn; ontbreken'. Het wordt gebruikt wanneer iets dat verwacht of nodig is, ontbreekt of afwezig is. Vaak staat het met een onpersoonlijk onderwerp: Er ontbreekt nog één pagina in dit rapport. Ook zonder 'er' kan ontbraken voorkomen, bijvoorbeeld in een inventaris waar de naam van de directeur ontbreekt. Daarnaast kan het betekenen dat iets te kort komt qua kwaliteit of kwantiteit: Er ontbreekt het aan bewijs.

Grammaticaal gezien komt ontbreken in de tegenwoordige tijd vaak voor als "er ontbreekt" of "er ontbreekt nog...",

Etymologie: ontbreken is afgeleid van het voorvoegsel ont- met het werkwoord breken, in de zin van het

Stijl en verwante termen: ontbraken kan in formele of schriftelijke taal voorkomen, terwijl "afwezig zijn" vaker

Voorbeelden:

- Er ontbreekt nog één pagina in dit rapport.

- In het dossier ontbreekt cruciale informatie.

- Er ontbreekt het aan bewijs.

afhankelijk
van
het
onderwerp.
De
verleden
tijd
wordt
meestal
gevormd
met
"ontbrak":
Er
ontbrak
informatie.
Als
bijvoeglijk
naamwoord
wordt
vaak
gesproken
van
"ontbrekende
gegevens"
of
"ontbrekende
pagina's"
om
aan
te
geven
dat
onderdelen
ontbreken.
zich
verwijderen
uit
een
geheel;
de
betekenis
is
metaforisch
uitgebouwd
naar
ontbreken
in
een
verzameling
of
situatie.
als
minder
formeel
alternatief
wordt
gebruikt.
Synoniemen
zijn
ontbreken
en
afwezig
zijn;
het
antoniem
is
aanwezig
zijn.