oriënteerbaarheid
Orienteerbaarheid is het vermogen van een persoon om de eigen positie en richting in de omgeving vast te stellen en op basis daarvan doelgericht te handelen. Het omvat het inschatten van positie, het herkennen van herkenningspunten en het interpreteren van ruimtelijke cues, evenals het plannen en uitvoeren van een route. Het begrip komt voor in verschillende vakgebieden, waaronder psychologie, ergotherapie, verkeerskunde en gerontologie.
De kerncomponenten van orienteerbaarheid zijn onder meer ruimtelijk geheugen, perceptie en aandachtsprocessen, en executieve functies zoals
Beoordeling van orienteerbaarheid gebeurt met praktijktests en cognitieve taken, waaronder route-leren taken, aanwijzingen geven over richting,
Ontwikkeling en factoren: orienteerbaarheid ontwikkelt zich gedurende de kindertijd en kan afnemen bij veroudering of bij
Toepassingen en belang: een goede orienteerbaarheid is cruciaal voor dagelijkse activiteiten, veiligheid en onafhankelijkheid in wonen,