uitvoeren

Uitvoeren is een veelgebruikt Nederlands werkwoord dat aanduidt dat een handeling, taak, plan of beleid in praktijk wordt gebracht. Het verwijst naar het volbrengen van een activiteit of het toepassen van een besluit of schema.

De etymologie gaat terug op uit- (een richting of voltooiing aanduidend) en voeren (dragen, leiden, uitvoeren). Daarmee betekent het oorspronkelijk zoiets als 'tot uitvoering brengen' en is het woord in het Middelnederlands al bekend.

Het gebruik kent verschillende sferen. In het dagelijkse taalgebruik gaat het om taken of opdrachten die iemand uitvoert, bijvoorbeeld: "We moeten de planning uitvoeren" of "De technicus voert de installatie uit". In juridische en overheidscontext verwijst het naar het afdwingen of realiseren van besluiten, wetten of vonnissen ("het vonnis uitvoeren"). In de wereld van muziek en podiumkunsten betekent het dat een uitvoerende kunstenaar een stuk of rol ten tonele brengt. In informatica en technologie verwijst het naar het laten draaien van een programma of instructies ("een programma uitvoeren").

De bijbehorende vormen zijn uitvoering (het zelfstandig naamwoord), uitvoerend en uitvoerder. Veelgebruikte verwante werkwoorden zijn verrichten, voltooien, implementeren en toepassen.