kaarten

Kaarten is de meervoudsvorm van kaart en verwijst naar verschillende objecten die in het Nederlands onder één woord vallen. De twee meest voorkomende betekenissen zijn speelkaarten en kaarten als geografische of navigatiekaarten. Daarnaast kan het begrip ook verwijzen naar kaartachtige voorwerpen zoals identiteits- of betaalkaarten.

Speelkaarten vormen een standaard kaartspel met 52 kaarten verdeeld over vier kleuren: harten, ruiten, klaveren en schoppen. In het Nederlands worden de gezichten vaak aangeduid als aas, koning, vrouw en boer, en de andere kaarten hebben de cijfers 2 tot en met 10. Jokers worden bij sommige spellen gebruikt. Kaarten worden wereldwijd ingezet voor een groot aantal spellen en varianten, met regionale verschillen in regels en deckontwerpen.

Kaarten in de betekenis van cartografie verwijzen naar geografische of navigatiekaarten. Een kaart is een verbeelding van een gebied op een bepaalde schaal en dient om ruimtelijke informatie weer te geven. Typen kaarten omvatten topografische kaarten, land- en zeekaarten, politieke kaarten en thematische kaarten die specifieke onderwerpen zoals bevolkingsdichtheid of klimaat tonen. Digitale kaarten en kaarten in GIS-systemen (Geografische Informatie Systemen) spelen een centrale rol in moderne navigatie, ruimtelijke planning en onderzoek. Belangrijke kenmerken van kaarten zijn schaal, legenda, een noordpijl en een coördinatensysteem of projectie.

Andere betekenissen van kaarten betreffen kaartachtige voorwerpen zoals identiteitskaarten en betaal- of toegangskaarten, die worden gebruikt voor identificatie, betaling of toegangscontrole. In de taal van banken en administratieve diensten verwijst men soms ook naar dergelijke kaarten als kaarten in het algemeen.