Home

ontlastingsstoornissen

Ontlastingsstoornissen zijn stoornissen in de eliminatie van urine en ontlasting bij kinderen. De twee belangrijkste vormen zijn enuresis (urineverlies, vaak tijdens de slaap maar ook overdag) en encopresis (defecatie op ongepaste plaatsen). Soms komen beide voor bij hetzelfde kind. De aandoening kan functioneren samenhangen met constipatie, toilettraining en psychosociale factoren; ze kunnen optreden als primaire aandoening (nooit continent geweest) of secundaire aandoening (verlies van continentie na perioden van normaliteit).

Etiologie en patroon is multifactorieel. Oorzaken variëren van vertraagde ontwikkeling, toilettrainingstekorten en fecale retention tot gedragsmatige

Diagnostiek gaat uit van klinische criteria en uitsluiting van medische oorzaken. Volgens DSM-5-TR: enuresis is herhaald

Behandeling is meestal multimodaal en gericht op zowel gedrag als lichamelijke factoren. Bij enuresis is vaak

Prognose: met tijdige en geïntegreerde behandeling verbeteren symptomen vaak en bereiken veel kinderen op schoolleeftijd continentie.

en
psychosociale
factoren,
zoals
stress
of
familieomstandigheden.
Constipatie
speelt
bij
encopresis
vaak
een
belangrijke
rol,
doordat
fecale
retention
kan
leiden
tot
overflow
en
ongewild
verlies.
Enuresis
kan
samenhangen
met
beperkte
ontwikkeling
van
blaascontrole
en,
bij
sommige
kinderen,
constipatie
of
slaapgerelateerde
factoren.
urineren
in
bed
of
kleding,
ten
minste
twee
keer
per
week
gedurende
drie
maanden,
bij
kinderen
ouder
dan
vijf
jaar,
niet
uitsluitend
te
wijten
aan
medische
aandoening
of
medicatie.
Encopresis
is
herhaaldelijk
ontlasten
in
ongepaste
plaatsen,
minstens
eenmaal
per
maand
gedurende
drie
maanden,
bij
kinderen
van
minimaal
vier
jaar,
zonder
gevolg
door
een
andere
medische
aandoening
of
stof.
alarmtherapie
(bedplassenalarm),
motivatie-
en
fa-bestraffingsstrategieën,
vocht-
en
plasgedragtraining,
en
behandeling
van
constipatie
indien
aanwezig.
Desmopressine
kan
in
selectieve
gevallen
worden
gebruikt.
Encopresis
vereist
meestal
behandeling
van
constipatie
met
laxatie
en
stoelgangtraining,
aangevuld
met
gedragstherapie
en
oudertraining.
Profylaxe
en
opvolging
zijn
belangrijk;
de
meeste
kinderen
groeien
uit
de
stoornis
met
de
juiste
aanpak.
Comorbiditeiten
zoals
ADHD
of
angststoornissen
kunnen
de
behandeling
compliceren.
Langdurige
aanpak
en
ondersteuning
van
gezin
en
school
zijn
essentieel.