Etiologie en patroon is multifactorieel. Oorzaken variëren van vertraagde ontwikkeling, toilettrainingstekorten en fecale retention tot gedragsmatige en psychosociale factoren, zoals stress of familieomstandigheden. Constipatie speelt bij encopresis vaak een belangrijke rol, doordat fecale retention kan leiden tot overflow en ongewild verlies. Enuresis kan samenhangen met beperkte ontwikkeling van blaascontrole en, bij sommige kinderen, constipatie of slaapgerelateerde factoren.
Diagnostiek gaat uit van klinische criteria en uitsluiting van medische oorzaken. Volgens DSM-5-TR: enuresis is herhaald urineren in bed of kleding, ten minste twee keer per week gedurende drie maanden, bij kinderen ouder dan vijf jaar, niet uitsluitend te wijten aan medische aandoening of medicatie. Encopresis is herhaaldelijk ontlasten in ongepaste plaatsen, minstens eenmaal per maand gedurende drie maanden, bij kinderen van minimaal vier jaar, zonder gevolg door een andere medische aandoening of stof.
Behandeling is meestal multimodaal en gericht op zowel gedrag als lichamelijke factoren. Bij enuresis is vaak alarmtherapie (bedplassenalarm), motivatie- en fa-bestraffingsstrategieën, vocht- en plasgedragtraining, en behandeling van constipatie indien aanwezig. Desmopressine kan in selectieve gevallen worden gebruikt. Encopresis vereist meestal behandeling van constipatie met laxatie en stoelgangtraining, aangevuld met gedragstherapie en oudertraining. Profylaxe en opvolging zijn belangrijk; de meeste kinderen groeien uit de stoornis met de juiste aanpak. Comorbiditeiten zoals ADHD of angststoornissen kunnen de behandeling compliceren.