Home

eenmaal

Eenmaal is een woord uit het Nederlands dat als bijwoord fungeert en de betekenis heeft van “één keer” of “op één occasion”. Het duidt een enkele gebeurtenis aan, in het verleden, heden of toekomst, afhankelijk van de context. Het kan ook aangeven hoe vaak iets gebeurt, vooral in combinatie met een getal, hoewel in moderne taal het woord keer vaker wordt gebruikt.

Etymologisch is eenmaal samengesteld uit een en maal, waarbij maal verwijst naar een tijdstip of gelegenheid.

In gebruik kan eenmaal dienen als aanduiding van frequentie of als tijdsaanduiding: “We zijn hier eenmaal geweest”

Het
is
verwant
aan
het
Duitse
einmal
en
het
Engelse
once.
Het
woord
wordt
veel
gebruikt
in
combinatie
met
hoeveelheden,
bijvoorbeeld
“twee
maal
per
dag”
(twee
keer
per
dag)
of
“drie
maal
proberen”.
In
alledaagse
taal
is
eenmaal
een
gangbaar
synoniem
voor
één
keer,
terwijl
eenmalig
als
bijvoeglijk
naamwoord
betekenis
heeft
als
“one-off”.
betekent
“we
zijn
hier
ooit
geweest”,
en
“het
evenement
vond
slechts
eenmaal
plaats”
wijst
op
een
enkele
gebeurtenis.
Het
woord
komt
ook
voor
in
idiomatische
uitdrukkingen
en
in
titels
of
koppen
in
media,
en
in
formelere
teksten
kan
men
soms
kiezen
voor
accentueerde
vormen
als
onderscheidende
etiquetten
of
voor
het
woord
eenmalig,
afhankelijk
van
nuance.