Home

gelegenheid

Gelegenheid is een Nederlands zelfstandig naamwoord (de gelegenheid) met de betekenis 'gunstige tijd of positie om iets te doen; kans of gelegenheid'. Het verwijst vaak naar een concrete situatie waarin handelen mogelijk is, of naar een geschikt moment om iets te doen. De term wordt gebruikt in zowel alledaags als formeler taalgebruik, en kan wijzen op een tijdelijk voordeel of gelegenheid om iets te bereiken.

Het woord stamt uit gelegen, 'gunstig gelegen; op een juiste plek of tijd', afgeleid van het werkwoord

Veelgebruikte uitdrukkingen zijn: zich voordoen (de gelegenheid doet zich voor), de gelegenheid aangrijpen (de kans grijpen),

Voorbeelden: Toen de gelegenheid zich voordeed, greep hij zijn kans. Deze aanbieding biedt u de gelegenheid

Vergelijkbare termen zijn kans, mogelijkheid, moment. Verschillen: gelegenheid legt de nadruk op een gunstige of gepaste

liggen.
Met
de
suffix
-heid
vormt
het
een
abstract
begrip:
de
toestand
van
gelegen
zijn.
In
de
loop
van
de
tijd
is
de
betekenis
uitgebreid
naar
'kans
om
iets
te
doen'
of
'opportunity'.
gebruikmaken
van
de
gelegenheid,
of
wachten
op
een
gunstige
gelegenheid.
Daarbij
verwijst
gelegenheid
vaak
naar
praktische
tastbare
omstandigheden
die
handelen
mogelijk
maken,
niet
alleen
naar
theoretische
mogelijkheid.
om
te
besparen.
Er
was
geen
gelegenheid
om
te
praten
tijdens
de
vergadering.
situatie
om
iets
te
doen,
terwijl
kans
of
mogelijkheid
meer
algemeen
een
mogelijke
uitkomst
aanduiden.