Home

normaliteit

Normaliteit is een Nederlandse term met meerdere betekenissen, afhankelijk van de context. In het dagelijks taalgebruik verwijst het naar wat als normaal wordt beschouwd of naar de algehele gang van zaken. In vakgebieden kan normaalheid of normaliteit echter ook naar specifieke concepten of maten verwijzen.

In sociologie en de dagelijkse praktijk betekent normaliteit de staat of het gedrag dat als gangbaar of

In statistiek en data-analyse verwijst men soms naar normaliteit in de zin van de normale verdeling (gaussiaanse

In de chemie is normaliteit (symbool N) een concentratie-eenheid uitgedrukt als equivalents per liter oplossing. Een

Historisch gezien was normaliteit een gangbare maat in analytische chemie en titraties, maar vanwege variaties tussen

typisch
wordt
gezien
binnen
een
bepaalde
cultuur
of
groep.
Normaliteit
kan
variëren
per
tijd,
plaats
en
sociale
context
en
staat
vaak
centraal
in
discussies
over
normen,
afwijking
en
maatschappelijke
verwachtingen.
verdeling).
Data
worden
als
normaal
verdeeld
beschouwd
wanneer
ze
een
klokvormige,
symmetrische
verdeling
vertonen.
Normaliteit
wordt
onderzocht
met
statistische
toetsen
zoals
Shapiro–Wilk
of
Kolmogorov–Smirnov,
en
is
een
aanname
bij
veel
inferentiële
methoden.
oplossing
met
1
normaliteit
bevat
één
equivalent
per
liter.
De
relatie
met
molariteit
(M)
luidt
N
=
M
×
n,
waarbij
n
het
aantal
equivalenten
per
molecuul
is.
Bijvoorbeeld
bij
een
zuur
met
twee
beschikbare
H+-ionen
(zoals
H2SO4)
kan
1
N
gelijk
zijn
aan
ongeveer
0,5
M
bij
volledige
dissociatie.
reacties
is
molariteit
vaker
de
standaard
geworden.
Het
begrip
blijft
wel
in
oudere
literatuur
en
in
sommige
vakgebieden
relevant.