Home

mobiliteitsgedrag

Mobiliteitsgedrag verwijst naar de keuzes en patronen die mensen maken in hun mobiliteit, zoals welke vervoersmiddelen zij gebruiken, wanneer zij reizen en waarom. Het omvat dagelijkse verplaatsingen zoals woon-werkverkeer en recreatieve reizen, en de interactie met infrastructuur en beleid.

De determinanten van mobiliteitsgedrag zijn multidimensionaal en omvatten individuele, sociale en ruimtelijke factoren. Demografische kenmerken (leeftijd,

Onderzoek naar mobiliteitsgedrag gebruikt data uit reisdagboeken, enquêtes, reizigersregistraties en moderne GPS- of mobiele gegevens. Modellen

Typen van mobiliteitsgedrag betreffen moduskeuze (auto, openbaar vervoer, fiets, lopen, deelmobiliteit), tijdkeuze (vertrektijden, spitsdrukte), routekeuze en

Beleid en planning streven naar duurzame mobiliteit, emissiereductie en betere toegankelijkheid. Instrumenten zijn prijsbeleid (bijv. congestieheffing,

Analyse van mobiliteitsgedrag ondersteunt evaluatie van beleid en stedelijke planning. Uitdagingen zijn representativiteit van gegevens, privacybescherming

inkomen),
autogebruik
en
netwerktoegang
bepalen
de
beschikbare
opties.
Omgevingsfactoren
zoals
stedelijkheid,
land-use
mix,
afstanden
tot
openbaar
vervoer
en
aanwezigheid
van
fietsvoorzieningen
hebben
grote
invloed,
evenals
tijdrestricties
en
veiligheidspercepties.
Technologie
en
dienstverleners,
bijvoorbeeld
navigatie-apps
en
mobility‑as‑a‑service,
veranderen
hoe
mensen
kiezen.
Vaak
is
gedrag
geworteld
in
gewoonten
en
routines,
maar
prikkels,
prijsbeleid
en
verbeteringen
in
beschikbaarheid
kunnen
tot
verandering
leiden.
zoals
discrete
keuzetheorie
(logit/probit)
en
reis-/modaliteitanalyses
helpen
bij
het
begrijpen
van
modal
shift
en
route‑keuzes.
Theoretische
kaders
omvatten
rational
choice,
de
Theory
of
Planned
Behavior,
habit
en
sociale
normen.
trip
chaining.
Kenmerken
zoals
reisfrequentie,
afstand
en
de
verdeling
van
reizen
over
modi
geven
aan
hoe
mobiliteit
georganiseerd
is
in
steden
en
regio’s.
kortingen),
infrastructuur
(fietspaden,
betrouwbare
openbaarvervoerverbindingen),
ruimtelijke
planning
(hogere
dichtheid,
gemengde
bestemmingen)
en
veiligheid.
Ook
wordt
rekening
gehouden
met
sociale
rechtvaardigheid
en
privacy
bij
het
gebruik
van
mobiliteitsdata.
en
de
integriteit
van
datasets
bij
het
volgen
van
reizen
over
tijd.