Home

woonwerkverkeer

Woon-werkverkeer is de dagelijkse verplaatsing van mensen tussen hun woning en hun werkplek. Het begrip wordt gebruikt in transportonderzoek, stedelijk beleid en werkgeversbeleid. Het verwijst doorgaans naar reguliere, terugkerende reizen die op werkdagen plaatsvinden. Naast woon-werkverkeer bestaan er ook school- of vrijetijdsverkeer, maar hier ligt de focus op arbeidsgerelateerde verplaatsingen.

Modi en afstanden: automobiliteit, openbaar vervoer, fietsen en lopen zijn de belangrijkste modaliteiten. De meest gebruikte

Economische- en milieubelasting: woon-werkverkeer bepaalt direct kosten (brandstof, kaartjes, parkeerkosten) en indirecte kosten (tijd, productiviteitsverlies). Energieverbruik

Beleids- en planningsaspecten: stedelijke ontwikkeling probeert woon- en werkplekken dichter bij elkaar te brengen en goede

Metingen en trends: trendmonitoring maakt gebruik van reizigersregistraties, enquêtes en mobiliteitsdata. Sinds de uitbraak van COVID-19

modaliteit
verschilt
per
regio
en
afhankelijk
van
factoren
zoals
afstand,
betrouwbare
dienstregeling
en
infrastructuur.
In
veel
steden
neemt
de
fiets
als
geïntegreerde
vorm
van
woon-werkverkeer
toe,
zeker
bij
korte
afstanden;
voor
langere
afstanden
kiezen
mensen
vaker
voor
auto
of
trein.
Reistijden
variëren
sterk
afhankelijk
van
de
flexibiliteit
van
werkdagen
en
verkeersdrukte.
en
emissies
hangen
sterk
af
van
de
gebruikte
modale
mix
en
van
voertuig-
en
infrastructuurefficiëntie.
Beleid
kan
emissies
verminderen
door
het
stimuleren
van
fietsen,
openbaar
vervoer,
carpoolen,
en
investeringen
in
fietswegen
en
snelle
verbindingen.
verbindingen
tussen
woningen
en
voorzieningen
te
creëren.
Praktijken
omvatten
flexibele
werktijden
en
thuiswerken
om
piekbelasting
te
spreiden,
woon-werkverkeerbelastingbeleid,
subsidies
of
fiscale
regelingen
voor
fietsen
en
openbaar
vervoer,
en
investeringen
in
openbaar
vervoer
en
fietsnetwerken.
is
thuiswerken
toegenomen,
wat
geleid
heeft
tot
verschuivingen
in
het
woon-werkpatroon
en
een
verschuiving
van
piekverkeer.
Toekomstige
ontwikkelingen
richten
zich
op
meer
duurzame
modaliteiten,
slimme
mobiliteitsoplossingen
en
een
betere
afstemming
tussen
woningbouw
en
arbeidsmarktdichtheid.