habitueel
Habitueel is een voornaamwoordelijke term in het Nederlands, dat zowel als bijvoeglijk naamwoord als bijwoord kan functioneren. Het betekent “dat te maken heeft met gewoonte” of “zoals men gewoonlijk doet”; het verwijst naar gedrag, patronen of voorkeuren die regelmatig voorkomen. In gebruik kan habitueel verwijzen naar wat iemand consequent op een bepaalde manier doet of naar gebeurtenissen die steeds op dezelfde manier plaatsvinden. De connotatie kan neutraal zijn, maar soms draagt habitueel een impliciete nadruk op herhaling of afhankelijkheid van een gewoonte.
Etymologie en verwant woordgebruik
Habitueel is afgeleid van het Franse habituel, met dezelfde betekenis van gebruikelijk of gewoonlijk. Het Franse
Habitueel wordt vaak gebruikt om een regelmaat of voortdurende gewoonte aan te geven. Voorbeelden zijn: habitueel
Zie ook: gewoonlijk, gewoonte, patroon, regelmaat, frequente.