Home

glucoseproblemen

Glucoseproblemen is een verzamelterm voor aandoeningen waarbij de regulatie van glucose (bloedsuiker) verstoord is. Dit kan leiden tot langdurig te hoge bloedsuikers (hyperglykemie) of te lage bloedsuikers (hypoglykemie). In de praktijk gaat het vaak om aandoeningen zoals diabetes mellitus, prediabetes en zwangerschapsdiabetes. De term is breed en kan zowel chronische als acute problemen omvatten.

Oorzaken en risicofactoren verschillen per aandoening. Type 1 diabetes ontstaat door auto-immuun beschadiging van de insulineproducerende

Symptomen kunnen afhankelijk van de situatie variëren. Bij langdurige hyperglykemie kunnen dorst, veel plassen, vermoeidheid en

Behandeling is afhankelijk van de aandoening en omvat leefstijlaanpassingen (gezonde voeding, regelmatige lichaamsbeweging, gewichtsbeheersing) en medicatie.

cellen
in
de
alvleesklier.
Type
2
diabetes
gaat
meestal
samen
met
insuline-resistentie
en
een
afname
van
inspanning
van
de
alvleesklier.
Prediabetes
is
een
toestand
van
verhoogde
bloedsuiker
die
nog
geen
diabetes
is.
Zwangerschapsdiabetes
komt
door
hormonale
veranderingen
tijdens
de
zwangerschap.
Leefstijlfactoren
zoals
overgewicht,
weinig
bewegen
en
een
ongezond
dieet
verhogen
het
risico.
wazig
zien
voorkomen;
bij
hypoglykemie
kunnen
zweten,
beven,
honger
en
verwardheid
optreden.
De
diagnose
wordt
ondersteund
door
bloedonderzoek
zoals
nuchtere
plasma-glucose,
HbA1c
en
de
orale
glucosetolerantietest.
Regelmatige
screening
is
aanbevolen
voor
mensen
met
een
verhoogd
risico.
Type
1
diabetes
vereist
insuline.
Type
2
diabetes
kan
beginnen
met
metformine
en
later
aanvullende
medicatie
of
insuline
vereisen.
Zwangerschapsdiabetes
wordt
meestal
behandeld
met
dieet
en
beweging,
en
soms
insuline.
Zelfmonitoring
van
de
bloedsuiker
en
educatie
over
hoe
te
handelen
bij
afwijkende
waarden
zijn
belangrijke
onderdelen
van
de
zorg.
Complicaties
zoals
hart-
en
vaatziekten,
neuropathie,
retinopathie
en
nierziekten
kunnen
voorkomen
als
glucoseproblemen
niet
goed
worden
beheerd;
regelmatige
screening
en
preventieve
leefstijlmaatregelen
helpen
de
kans
daarop
te
verkleinen.