Home

bloedsuiker

Bloedsuiker, oftewel de hoeveelheid glucose in het bloed, is een kernwaarde voor de energievoorziening van het lichaam. Glucose uit voeding wordt door het lichaam gebruikt als brandstof, opgeslagen als glycogeen of omgezet in vet. De bloedglucosespiegel wordt vooral geregeld door insuline en glucagon, hormonen van de alvleesklier. Insuline verlaagt de bloedglucosespiegel door glucose op te nemen in cellen; glucagon verhoogt deze spiegel door leverafgifte van glucose.

Metingen en interpretatie: Bloedsuiker kan met een druppel bloed uit de vinger (glucometer) of met laboratoriumbloed

Normale waarden en afwijkingen: Een nuchtere bloedsuiker ligt bij gezonde volwassenen meestal tussen circa 3,9 en

Zorg en behandeling: Chronisch hoge bloedsuiker kan leiden tot complicaties zoals schade aan ogen, nieren, zenuwen

onderzoeken,
waarbij
plasma
glucose
doorgaans
de
referentie
is.
HbA1c
geeft
een
indicatie
van
het
gemiddelde
bloedglucose-gehalte
over
ongeveer
drie
maanden.
In
Nederland
en
veel
andere
landen
worden
beide
meetmethoden
gebruikt
voor
diagnostiek
en
monitoring.
5,5
mmol/L
(70-99
mg/dL).
Twee
uur
na
een
maaltijd
is
doorgaans
minder
dan
ongeveer
7,8
mmol/L
(140
mg/dL).
Diagnoses
voor
afwijkingen
zijn
onder
andere
diabetes:
nuchtere
glucose
≥7,0
mmol/L,
2-uurs
plasma
glucose
≥11,1
mmol/L
tijdens
een
OGTT,
of
HbA1c
≥6,5%.
Voorprestaties
vallen
vaak
onder
een
nuchtere
glucose
van
5,6–6,9
mmol/L.
en
het
hart.
Snelle
daling
van
glucose
kan
bij
bepaalde
medicijnen
voorkomen.
Behandeling
richt
zich
op
een
gezonde
voeding,
regelmatige
beweging,
gewichtsbeheer
en,
indien
nodig,
medicatie
zoals
orale
agentschappen
of
insuline.
Regelmatige
zelfmeting
en
medische
follow-up
ondersteunen
een
stabiele
bloedglucosespiegel
en
voorkomen
complicaties.