Home

insulineresistentie

Insulineresistentie is een toestand waarin cellen in lever, spier en vetweefsel minder responsief zijn op insuline. Daardoor vermindert de insuline-gestuurde opname van glucose en blijft de lever gluconeogenese mogelijk hoog. Vaak ontstaat een compensatoire hyperinsulinemie, waarbij de alvleesklier meer insuline produceert om de bloedsuiker onder controle te houden. In veel gevallen verloopt de aandoening zonder duidelijke klachten.

Oorzaken en risicofactoren zijn multifactoriëel. Belangrijke factoren zijn obesitas met vooral viscerale vetophoping, weinig lichamelijke activiteit,

Diagnose is niet gebonden aan één universele test. Soms wordt het beoordeeld aan de hand van insuline-

Behandeling richt zich op leefstijl en bestrijding van onderliggende factoren. Gewichtsverlies door caloriebeperking en regelmatige lichaamsbeweging

genetische
aanleg
en
ontstekings-
of
lipotoxische
processen
die
de
insulinesignalering
verstoren.
Insulineresistentie
gaat
vaak
gepaard
met
metabolisch
syndroom
en
voelt
zich
als
een
forser
risico
op
type
2
diabetes
en
hart-
en
vaatziekten.
en
glucoseparameters,
bijvoorbeeld
met
HOMA-IR
of
QUICKI
als
indirecte
maatregelen.
De
euglycemische
clamp
is
de
gouden
standaard,
maar
wordt
vrijwel
nooit
routinematig
toegepast.
Klinische
aanwijzingen
zoals
acanthosis
nigricans
kunnen
wijzen
op
insulineresistentie.
(bij
voorkeur
minstens
150
minuten
per
week)
verbeteren
de
insulinegevoeligheid.
Een
vezelrijk,
mediterraan
georiënteerd
dieet
wordt
aanbevolen.
Medicatie
zoals
metformine
kan
de
leverinsulinegevoeligheid
verbeteren;
andere
middelen
worden
alleen
bij
specifieke
omstandigheden
overwogen.
Prognose
is
afhankelijk
van
tijdige
herkenning
en
succes
van
leefstijlveranderingen;
zonder
adequate
aanpak
neemt
het
risico
op
type
2
diabetes
en
cardiovasculaire
aandoeningen
toe.