Home

drukniveaus

Drukniveaus zijn oppervlakken of lagen in een fluïdum waarvan de druk onderling gelijk is. In de meteorologie verwijst de term meestal naar isobaar surfaces of standaard drukniveaus, die worden uitgedrukt in hectopascal (hPa). Deze niveaus vormen een handig hiërarchisch vertical coordinate systeem waarmee de atmosfeer kan worden geanalyseerd, aangezien de druk afneemt met de hoogte.

In de praktijk worden veel gebruikte drukniveaus opgesomd als 1000 hPa, 850 hPa, 700 hPa, 500 hPa,

Naast meteorologie spelen drukniveaus ook een rol in oceaanografie en ingenieurswetenschappen. In de oceaan verwijst druk

Meetmethoden variëren van direct met barometers op het oppervlak tot indirect via radiosondes, satellietmetingen en numerieke

300
hPa
en
200
hPa.
Deze
standaarddrukniveaus
maken
het
mogelijk
om
verticale
profielen
van
temperatuur,
vocht
en
windsnelheid
te
bestuderen
en
om
weersystemen
zoals
lagedrukgebieden,
fronten
en
jetstreams
te
karakteriseren.
Een
isobarische
kaart
toont
lijnen
van
gelijke
druk
op
een
bepaald
drukniveau,
wat
helpt
bij
het
interpreteren
van
horizontale
patronen
en
dynamica.
meestal
naar
de
diepte
(druk
neemt
met
de
diepte
toe),
terwijl
in
technische
systemen
de
drukniveaus
in
leidingen
en
drukvaten
bepalen
waar
veiligheids-
en
prestatie-eisen
gelden.
modellen
die
drukvelden
vertalen
naar
drukniveaus
in
verticale
coördinaten.
Drukniveaus
vormen
daarmee
een
fundamenteel
hulpmiddel
bij
het
begrijpen
en
voorspellen
van
zowel
atmosferische
als
hydrostatische
processen.