handig

Handig is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord met de kernbetekenis ‘handig in het omgaan met dingen’ of ‘praktisch en gemakkelijk te gebruiken’. Het kan slaan op gereedschap of apparaten die eenvoudig te hanteren zijn, maar ook op mensen die vaardig zijn met hun handen of oplossingsgericht handelen.

Etymologie: het woord is samengesteld uit hand en het achtervoegsel -ig. Het verwijst naar handigheid en het vermogen dingen zelf te doen of met weinig moeite te gebruiken. In gebruik blijft het vaak dichtbij het idee van bruikbaarheid en wendbaarheid.

Gebruik: handig wordt vaak gebruikt voor voorwerpen of gereedschappen die gemakkelijk te gebruiken zijn, en voor mensen die handig met hun handen zijn. Bijvoorbeeld: “Dit gereedschap is erg handig” of “Hij is heel handig met gereedschap.” Het zelfstandig naamwoord ‘handigheid’ verwijst naar vaardigheid of vindingrijkheid: “Zijn handigheid komt van pas.” Het tegenovergestelde is ‘onhandig’ of ‘onpraktisch’.

Nuances: naast objecten kan ‘handig’ ook verwijzen naar iemands competenties, zoals in “Zij is heel handig in de keuken” of “een handig trucje.” In het Engels wordt het doorgaans vertaald als handy of useful, afhankelijk van context.

Zie ook: handigheid, handigheidje, onhandig, praktisch, handig met de hand.