Home

allergeen

Een allergeen is een stof die bij mensen met een allergische aanleg een immuunreactie kan oproepen. Vaak gaat het om eiwit- of glycoproteïne-structuren. Allergische reacties ontstaan meestal via IgE-gemedieerde sensibilisatie, maar ook niet-IgE-gedragen allergieën komen voor.

Veelvoorkomende bronnen zijn aeroallergenen zoals pollen, huisstofmijt, huidschilfers van huisdieren en schimmels, maar ook voedingsmiddelen (peulvruchten

Bij sensibilisatie raakt het immuunsysteem meestal gericht op een Th2-antwoord, wat leidt tot aanmaak van specifieke

Diagnose gebeurt op basis van voorgeschiedenis en symptomen, aangevuld met tests zoals huidpriktests en serume IgE-bloedtesten.

Behandeling en preventie richten zich op vermijden van blootstelling waar mogelijk en op symptomatische controle. Medicatie

Cross-reactiviteit komt vaak voor, bijvoorbeeld tussen pollen en bepaalde vruchten (pollen-fruitsyndroom) of tussen latex en tropische

zoals
pinda's
en
noten,
melk,
ei,
vis
en
schaaldieren),
insectengiften,
latex
en
sommige
medicijnen.
Allergenen
kunnen
via
inhalatie,
ingestie,
huidcontact
of
injectie
het
lichaam
binnenkomen.
IgE
tegen
het
allergeen.
IgE
bindt
aan
mestcellen
en
basofielen;
bij
herhaalde
blootstelling
treedt
cross-linking
op
en
komen
histamine
en
andere
mediatoren
vrij,
wat
symptomen
veroorzaakt
zoals
verstopte
neus,
jeuk,
huiduitslag,
astma
of
in
ernstige
gevallen
anafaxie.
Voor
sommige
voedselallergieën
kan
een
gecontroleerde
voedselalergietest
(voedseluitdaging)
de
goudstandaard
zijn.
Component-resolved
diagnostics
kunnen
helpen
bij
de
interpretatie
van
IgE-reacties.
omvat
antihistaminica,
neus-
en
longcorticosteroïden
en
bronchodilatoren.
Bij
ernstige
reacties
is
een
adrenaline-
of
epinefrine-auto-injector
essentieel.
Allergenenimmunotherapie
is
beschikbaar
voor
sommige
aeroallergenen
en
voor
steekallergieën;
educatie
en
een
noodplan
zijn
cruciaal.
vruchten.
De
prevalentie
van
allergieën
varieert
wereldwijd
en
wordt
beïnvloed
door
genetische
en
omgevingsfactoren.