weefselcomponenten

Weefselcomponenten verwijzen naar de bouwstenen waaruit weefsels bestaan en omvatten cellen, de extracellulaire matrix (ECM) en de bijbehorende ondersteunende structuren. Deze componenten bepalen de structuur, mechanische eigenschappen en functionele capaciteit van een weefsel.

Cellen vormen het parenchym van weefsels en kunnen per weefseltype sterk variëren in vorm en functie. Ze dragen bij aan stofwisseling, signaalverwerking en regeneratie. Daarnaast bestaan stromale cellen die ECM produceren, ondersteunen en indringers afweer spelen.

De extracellulaire matrix is een complex netwerk van vezels en grondsubstantie buiten de cellen. Vezels bestaan uit collageen (bijv. type I, III) en elastine, terwijl reticulaire vezels structuur bieden in sommige organen. De grondsubstantie bevat proteoglycanen en glycosaminoglycanen (GAG’s) die water vasthouden en een ruimte scheppen voor cellen en moleculen. ECM levert mechanische sterkte, reguleert transport tussen cellen en bloedvaten en speelt een sleutelrol in signaaltransductie en weefselremodellering.

Een basaalmembraan is een gespecialiseerde ECM die epitheel- en endotheelcellen ondersteunt en scheidt van het onderliggende bindweefsel. Ze bevat laminine en type IV collageen en fungeert als filtratiebarrière en ankerpunt voor cellen.

Intercellulaire verbindingen zoals tight junctions, adherens junctions, desmosomen en gap junctions organiseren communicatie, coördineren celdelingssignalen en dragen bij aan barrièrefuncties en polarisatie.

Vasculaire en innervatie-componenten leveren voeding en afvoer via bloedvaten en sturen weefselactiviteit aan via zenuwen. Weefseltypen zoals epitheel, bindweefsel, spier en zenuwweefsel hebben specifieke combinaties van deze componenten die hun functies bepalen.