Home

verdampen

Verdampen is de overgang van een vloeistof naar een gasvormige toestand. Het gebeurt wanneer moleculen aan het oppervlak van een vloeistof genoeg kinetische energie bezitten om de aantrekkingskrachten van de vloeistof te overwinnen en als gas in de omgeving te ontsnappen. Verdampen kan bij elke temperatuur optreden, maar vooral aan het vloeistofoppervlak onder atmosferische druk. Het proces vindt dus meestal plaats zonder dat de hele vloeistof kookt.

De snelheid van verdampen wordt beïnvloed door verschillende factoren. Een hogere temperatuur verhoogt de kans dat

Verschil met koken: verdampen vindt meestal aan de oppervlakte plaats en bij temperaturen onder het kookpunt;

Toepassingen en voorbeelden zijn onder meer natuurlijke verdamping van water in het milieu, menselijke transpiratie, distillatie,

moleculen
genoeg
energie
hebben
om
te
verdampen.
De
aard
van
de
vloeistof
bepaalt
hoe
gemakkelijk
moleculen
in
gas
kunnen
veranderen
(dampdruk).
Een
grotere
oppervlakte
waar
verdamping
kan
plaatsvinden,
versnelt
het
proces.
Snellere
luchtbeweging
boven
het
vloeistofoppervlak
en
lagere
omgevingsdruk
verhogen
eveneens
de
verdamping.
Oplossingen
met
opgeloste
stoffen
hebben
doorgaans
een
lagere
dampdruk
dan
zuivere
vloeistoffen,
waardoor
verdamping
onderdrukt
kan
worden.
Verdampen
vereist
warmte-energie,
oftewel
latent
warmte
van
verdamping,
die
aan
de
vloeistof
wordt
geleverd
vanuit
de
omgeving
of
een
warmtebron.
bij
koken
doorbreekt
de
vloeistof
overal
in
het
geheel
zijn
temperatuur
terwijl
gasbellen
zich
vormen.
Desondanks
kan
verdamping
door
middel
van
voortdurende
verhitting
op
gang
blijven
en
wordt
het
in
veel
industriële
processen
benut
om
vloeistoffen
te
concentreren,
te
zuiveren
of
te
drogen.
concentratie
van
oplossingen
en
droogprocessen.
Verdamping
speelt
ook
een
rol
in
meteorologie
en
het
hydrologisch
cyclus.