Home

overgang

Overgang is een Nederlands zelfstandig naamwoord met meerdere betekenissen. In de meest basale zin verwijst het naar een verandering van toestand, situatie of fase. Zo spreekt men van de overgang van kind naar volwassene, de overgang van het ene seizoen naar het andere, of de overgang van een oud naar een nieuw systeem. Daarnaast duidt overgang vaak op een kruising of passage, bijvoorbeeld een verkeers- of spoorwegovergang of een voetgangersovergang, en op de overgangsperiode tussen twee fasen of regels.

In medische en biologische context verwijst de term vooral naar de menopauze, de periode waarin de hormonale

De etymologie van overgang ligt in het Oudnederlands en is opgebouwd uit over- en gang, letterlijk ‘het

balans
verandert
en
de
vruchtbaarheid
afneemt.
In
sociale
en
culturele
context
wordt
gesproken
van
een
overgangsritueel
of
een
overgang
naar
volwassenheid,
en
van
een
overgangsperiode
bij
politieke
of
organisatorische
verandering.
overgaan’
of
‘doorgaan’.
In
hedendaags
Nederlands
wordt
overgang
zowel
neutraal
als
beschrijvend
gebruikt;
voor
technologische,
beleidsmatige
of
structurele
verschuivingen
wordt
vaak
het
leenwoord
transitie
toegepast.