taalverwerving
Taalverwerving is het proces waarbij mensen een taal op natuurlijke wijze verwerven, meestal de moedertaal van een kind. Bij taalverwerving ligt de nadruk op het verkrijgen van grammatica, woordenschat en pragmatischer vaardigheden door blootstelling aan en interactie in de taal, in tegenstelling tot expliciet taalleren.
Fasen en kenmerken van vroege taalontwikkeling omvatten doorgaans een prelinguale fase met huilen en brabbelen, gevolgd
Belangrijke theoretische perspectieven zijn onder meer het behaviorisme, dat taal verwerven door imitatie en bekrachtiging; het
Kernconcepten zijn onder meer input (begrijpelijke taaluitstroom), interlanguage (tussenstadium bij tweedetaalverwerving), comprehensible input en de kritieke-periode
Tweede-taalverwerving vertoont overeenkomst met L1, maar wordt beïnvloed door leeftijd, taaltransfer, motivatie en context. Praktische implicaties