Home

luchtwegstroming

Luchtwegstroming verwijst naar de beweging van lucht door de luchtwegen tijdens ademhaling. Dit omvat de neusholte en mond, keelholte, luchtpijp en de vertakkende bronchiën tot aan de alveolen. De stroming wordt mogelijk gemaakt door een drukverschil tussen de buitenlucht en de pulmonale ruimtes, ontstaan door de werking van de ademhalingsspieren en de elasticiteit van de longen.

In vloeistofdynamische termen wordt de luchtstroom bepaald door snelheid, druk en weerstand. In de kleinere luchtwegen

De mate van luchtwegstroming wordt beïnvloed door anatomische factoren zoals diameter en lengte van de vertakkingen,

Metingen en modellen van luchtwegstroming worden toegepast in de kliniek en onderzoek. Spirometrie en flow-volume lussen

Klinisch belang: begrip van luchtwegstroming ondersteunt diagnose, evaluatie van behandelrespons (zoals bronchodilatatoren en anti-inflammatoire middelen) en

is
de
stroming
meestal
laminar,
terwijl
bij
hogere
ademtempo’s
en
in
grotere
luchtwegen
turbulente
componenten
kunnen
optreden.
De
Reynoldsgetal
helpt
bij
het
bepalen
of
de
stroming
laminar
of
turbulent
is.
In
een
eenvoudige
benadering
kan
de
Poiseuille-wet
worden
gebruikt
om
weerstand
in
rechte
buisjes
bij
laminaire
stroming
te
schatten,
hoewel
de
echte
luchtwegen
complexer
zijn
door
vertakkingen
en
wisselende
wandimpedantie.
de
elasticiteit
van
wand
en
krachten
van
de
borstkas.
Dynamische
factoren
zoals
longvolume,
intrapleurale
druk
en
houding
spelen
eveneens
een
rol.
Ziekten
zoals
astma
en
COPD
leiden
tot
verhoogde
luchtwegweerstand
door
inflammatoire
processen,
bronchiale
samentrekking
en
slijmproductie,
waardoor
obstructie
en
een
vernauwd
lumen
de
stroming
belemmeren.
geven
informatie
over
maximale
stroming
en
obstructiepatronen;
plethysmografie
meet
ademhalingsweerstand;
imaging
en
computational
fluid
dynamics
leveren
inzicht
in
lokale
stromingspatronen
en
helpen
bij
evaluatie
van
behandeling
en
ventilatieplanning.
de
planning
van
anesthesie
en
mechanische
ventilatie.