luchtstroom

Luchtstroom verwijst naar de beweging van lucht ten opzichte van een gebied, zoals een kamer of een gebied in de atmosfeer. In de natuurkunde wordt dit beschreven als een snelheidsveld van lucht, met een lokale snelheid v(x,t). In het dagelijks taalgebruik gaat het vooral om de ventilatie en de voortdurende verplaatsing van lucht die daardoor optreedt.

De beweging ontstaat door drukverschillen, temperatuurverschillen (convectie), beweging van buitenlucht of mechanische aandrijving zoals ventilatoren. Obstakels en wanden sturen de stroom; op grote schaal kan wind een luchstroom aandrijven. Stromingen kunnen laminar zijn of turbulente; bij lage Reynoldsgetallen en gladde trajecten is het meestal laminar, in complexer terrein of bij hogere snelheden eerder turbulent.

Metingen en eenheden: Luchtstroomsnelheid wordt uitgedrukt in meter per seconde (m/s). In gebouwentechniek worden ook ventilatiesnelheden en luchtverversing uitgedrukt als ACH (verversingen per uur). Visualisatie met rook, tracer-gassen of anemometers wordt gebruikt om stromen te analyseren.

Toepassingen en belang: In gebouwen bepaalt de luchtstroom de ventilatie en binnenluchtkwaliteit. In de meteorologie beschrijft luchtstroom het transport van warmte en de vorming van weersverschijnselen zoals winden en convectieve systemen. In technische toepassingen zoals computers, auto's en koelinstallaties is een gecontroleerde luchtstroom cruciaal voor warmteafvoer en veiligheid.