Home

laboratoriumstammen

Laboratoriumstammen zijn micro‑organismen die speciaal zijn ontwikkeld en gekarakteriseerd voor gebruik in wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Ze worden geselecteerd op voorspelbaar gedrag, genetische stabiliteit en veiligheid, zodat resultaten reproduceerbaar zijn en onderhoud beheersbaar. In tegenstelling tot wildtype-stammen hebben laboratoriumstammen vaak kenmerkende genetische aanpassingen of markeringssystemen die onderzoek vergemakkelijken, zoals reporter-genen of beperkte voedingsbehoeften.

Veelgebruikte laboratoriumstammen omvatten onder andere bacteriën zoals Escherichia coli K-12 en Bacillus subtilis 168, en de

Opslag en onderhoud volgen gestandaardiseerde procedures. Een master cell bank bevat bevroren stocks die, wanneer nodig,

Beveiliging en regelgeving betreffen biosafety en biosecurity. Afhankelijk van het organisme en de risico-inschatting wordt een

gist
Saccharomyces
cerevisiae
S288c.
Deze
stammen
dienen
als
modellen
voor
moleculaire
biologie,
genexpressie,
metabolisme
en
onderwijs.
Ze
worden
doorgaans
gebruikt
als
systemen
voor
cloning,
plasmide-onderzoek
en
kwalitatieve
controles,
en
fungeren
als
referentiepunten
voor
vergelijkingen
tussen
studies.
kunnen
worden
uitgebreid
tot
working
cell
banks.
Genetische
en
fenotypische
eigenschappen
worden
regelmatig
gecontroleerd,
en
contaminatie
wordt
gemeld
en
voorkomen.
Documentatie
van
genotype,
fenotype
en
herkomst
is
essentieel
voor
reproducibiliteit
en
traceerbaarheid.
veiligheidsniveau
toegekend
(bijv.
BSL-1
of
BSL-2).
Instellingen
volgen
procedures
voor
training,
opslag,
afval
en
preventie
van
ontsnapping
en
onbedoelde
verspreiding.
Een
nadeel
is
dat
laboratoriumstammen
genetisch
kunnen
afwijken
van
natuurlijke
populaties,
waardoor
sommige
eigenschappen
niet
representatief
zijn
voor
wildtype
of
milieuomstandigheden.