Home

kalibratieparameters

Kalibratieparameters zijn de numerieke waarden die het gedrag van een meetinstrument beschrijven ten opzichte van een referentiesysteem. Ze worden gebruikt om systeemfouten te corrigeren en om meetresultaten zo betrouwbaar mogelijk te maken. Kalibratieparameters worden vastgesteld tijdens een calibratieproces en vormen samen met het meetmodel de basis voor interpretatie van sensoruitgangen.

In de context van camera- en vision-systemen worden kalibratieparameters vaak onderverdeeld in intrinsieke en extrinsieke parameters.

Het kalibratieproces omvat meestal het verzamelen van meetdata met bekende referenties, het detecteren van kenmerken en

Kalibratieparameters zijn applicatiegebonden maar world-to-sensor integratie, nauwkeurigheid en stabiliteit zijn centrale aandachtspunten. Ze blijven essentieel voor

Intrinsieke
parameters
beschrijven
de
interne
kenmerken
van
de
camera,
zoals
de
brandpuntslengte
(f_x,
f_y),
het
optische
centrum
(cx,
cy)
en
lensvervorming
(vervormingscoëfficiënten).
Extrinsieke
parameters
geven
de
geometrische
relatie
tussen
de
camera
en
een
referentiesysteem
weer,
meestal
uitgedrukt
als
een
rotatie
(R)
en
translatie
(t).
Voor
andere
sensoren,
zoals
IMU’s
of
LIDAR,
gelden
soortgelijke
ideeën:
biases,
schaalfactoren
en
misalignments
vormen
de
kern
van
de
kalibratieparameters.
het
optimaliseren
van
het
parametervector
zodat
de
modellering
van
de
waarnemingen
de
werkelijke
scene
zo
goed
mogelijk
benadert.
Resultaten
worden
gepresenteerd
als
een
set
parameters
plus
een
verwachtings-
of
covariantiematrix
die
de
onzekerheid
aangeeft,
samen
met
meetfouten
zoals
RMSE
of
reprojection
error.
Validatie
is
gebruikelijk
door
onafhankelijke
data
en
herhaalbare
tests.
betrouwbare
ruimtelijke
metingen,
reconstructies
en
sensorfusie
in
computer
vision,
robotica
en
metrologie.