Home

jodiumtherapie

Jodiumtherapie, vaak aangeduid met radioactief jodium, is een behandelmodaliteit waarbij een radioactief jodiumisotoop (meestal jodium-131) wordt gebruikt om schildklierweefsel lokaal te bestralen. De schildklier neemt jodium op via de natrium-iodide-symporter, waardoor de geïoniseerde straling gericht cellen kan bereiken en beschadigen.

Toepassingen zijn hyperthyreoïdie door Graves’ ziekte, toxische multinodulaire struma of toxische knopen, en bij differentiërende schildklierkanker

De behandeling vindt plaats door orale toediening van een capsule of vloeistof met radioactief jodium. Nabij

Tijdens en na de toediening zijn maatregelen nodig om stralingsrisico’s voor anderen te beperken. Zwangerschap en

Effectiviteit varieert per aandoening. Bij hyperthyreoïdie leidt jodiumtherapie vaak tot langetermijn normaal functioneren van de schildklier,

Als alternatief voor jodiumtherapie staan antithyroid medicijnen en schildklierchirurgie, of aanvullende externe bestraling bij specifieke kankergevallen.

---

na
verwijdering
van
de
schildklier
om
restweefsel
of
metastasen
te
behandelen.
de
schildklier
wordt
straling
uitgezonden
die
het
weefsel
lokaal
beschadigt
en
vernietigt.
Voor
diagnostische
controle
kan
een
beeldvorming
met
jodium-scintigrafie
volgen.
De
dosering
en
het
aantal
behandelingen
hangen
af
van
de
diagnose
en
de
respons.
borstvoeding
zijn
een
absolute
contra-indicatie;
vrouwen
in
vruchtbare
leeftijd
worden
geadviseerd
om
zwangerschap
na
behandeling
te
vermijden.
Mogelijke
bijwerkingen
zijn
pijn
of
zwelling
van
de
speekselklieren,
droge
mond
en
milde
misselijkheid;
langdurig
kan
hypo-
of
hyperthyreoïdie
ontstaan.
maar
kan
een
blijvende
hypothyreoïdie
volgen.
Bij
kanker
hangt
succes
af
van
postoperatieve
situatie
en
tumortype;
follow-up
bestaat
uit
bloedtesten
(TSH,
vrije
T4,
thyroglobuline)
en
beeldvorming.