hopeloos
Hopeloos is een woord uit het Nederlands dat als bijvoeglijk naamwoord en als bijwoord kan fungeren. Het beschrijft een gebrek aan hoop of een gevoel van wanhoop, en kan ook verwijzen naar een situatie die geen uitzicht op verbetering biedt. Voorbeelden zijn: “Het is hopeloos om nog langer te blijven proberen” en “een hopeloze situatie”.
Etymologie en vormgeving: hopeloos is opgebouwd uit het zelfstandig naamwoord hoop en het achtervoegsel -eloos, waarmee
Grammaticaal gebruik: als predicatief bijvoeglijk gebruikte zinsdeel: “Dat is hopeloos.” Als attributief bij een de-woord als
Context en connotatie: hopeloos heeft doorgaans een sterke negatieve connotatie en wordt gebruikt om teleurstelling, moedeloosheid
Zie ook: hoop, hoopvol, wanhoop, hopeloosheid, uitzichtloos.