optimistisch

Optimistisch is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat een positieve verwachting of houding uitdrukt ten opzichte van de toekomst of uitkomsten van gebeurtenissen. Het beschrijft hoe iemand of iets de dingen zien als hoopvol of gunstig, en kan verwijzen naar iemands persoonlijk geloof in een gunstige afloop of naar de algemene perceptie van een situatie.

Etymologie en verwante termen

Het woord is afgeleid van het zelfstandig naamwoord optimist en het bijbehorende begrip optimisme, die op hun beurt teruggaan op het Latijnse optimus ‘het beste’ en via het Franse optimisme in meerdere talen is overgenomen. In het Nederlands is optimistisch nauw verwant aan optimistische vormen die voorkomen bij het zelfstandig naamwoord optimist en het begrip optimisme. Het antoniem is pessimistisch.

Gebruik en grammatica

In het spel van woordvolgorde wordt optimistisch doorgaans als attributief bijvoeglijk naamwoord gebruikt: vóór een zelfstandig naamwoord neemt het typisch de -e-klasse aan, bijvoorbeeld een optimistische houding of de optimistische vooruitzichten. In predicatieve positie, na koppelwerkwoorden zoals zijn of lijken, blijft het meestal onveranderd: De toekomst lijkt optimistisch. Het woord wordt breed toegepast in persoonlijke beschrijvingen, media, economie en psychologie, evenals in milieu- en beleidsdiscussies waar een hoopvolle kijk op uitkomsten centraal staat.

Zie ook

optimisme, optimist, pessimistisch. In verschillende talen vertalen vergelijkbare termen dezelfde wortel en concept.