Home

bodempathogenen

Bodempathogenen zijn organismen die in de bodem leven en ziektebeelden bij planten veroorzaken. Ze omvatten onder meer schimmels zoals Fusarium-, Rhizoctonia- en Verticillium-soorten; oöomyceten zoals Phytophthora en Pythium; bacteriën zoals Agrobacterium tumefaciens en Pectobacterium-soorten; en plantparasitaire nematoden zoals Meloidogyne en Heterodera. Ook sommige actinomyceten, zoals Streptomyces-soorten, kunnen bodemgebonden ziekten veroorzaken.

Overleving en infectie vinden plaats wanneer organismen die in de bodem aanwezig zijn, in contact komen met

Impact en beheersing: bodempathogenen kunnen leiden tot aanzienlijke economische verliezen door verzwakte gewassen, lagere opbrengsten en

Diagnose en monitoring: detectie van bodempathogenen vereist vaak laboratoriumanalyse. Methoden omvatten isolatie en microscopie, en moleculaire

wortels
of
aangetaste
planten.
Vele
pathogenen
overleven
in
rustende
structuren
zoals
sclerotieën,
oösporen
of
cysten,
en
blijven
zo
lange
tijd
in
de
bodem
actief.
Infectie
treedt
meestal
op
onder
gunstige
omstandigheden:
voldoende
vocht,
gematigde
tot
warme
temperaturen
en
een
geschikte
gastheer.
Ziekte
treedt
op
wanneer
inoculum
de
wortels
aantast
en
de
plant
verzwakt
of
dood
gaat.
kwaliteitsverlies.
Beheersing
gebeurt
via
geïntegreerde
bestrijding,
waaronder
gewasrotatie
met
niet-hostgewassen,
het
kiezen
van
resistente
rassen,
sanitaire
maatregelen
en
drainage
om
vochtstress
te
beperken.
Verbetering
van
de
bodemgezondheid
met
organische
stof,
bodembewerking
en
biocontrole
(bijv.
Trichoderma)
kan
inoculum
onderdrukken.
Chemische
bestrijding
wordt
beperkt
tot
specifieke
gevallen
en
onder
strikte
regelgeving.
Preventie
en
monitoring
blijven
essentieel.
tests
zoals
PCR
of
qPCR.
Symptomen
alleen
zijn
vaak
niet
genoeg
voor
definitieve
identificatie;
bevestiging
is
nodig
voor
gerichte
maatregelen.
Monitoring
van
inoculumbelasting
in
de
bodem
kan
helpen
bij
vroegtijdige
waarschuwing
en
besluitvorming.