bewegingsgewoonten

Bewegingsgewoonten verwijzen naar de routinematige patronen van beweging en lichamelijke activiteit in het dagelijkse leven. Ze omvatten de frequentie, duur, intensiteit en aard van activiteiten die mensen gedurende de dag doen, zoals arbeid, vervoer, vrije tijd en huishoudelijke taken. In veel onderzoeken wordt beweging onderscheiden van sedentarisme en slaap; samen vormen deze factoren het bredere begrip van beweginggedrag.

Het ontwikkelen van gezonde bewegingsgewoonten is gerelateerd aan betere lichamelijke en geestelijke gezondheid. Voldoende lichaamsbeweging verlaagt het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, obesitas en bepaalde kankers, bevordert spier- en botgezondheid en draagt bij aan stemming en cognitieve functies. Onvoldoende beweging en hoge sedentariteit zijn geassocieerd met nadelige gezondheidseffecten.

Kenmerken en determinanten: Bewegingsgewoonten worden gekenmerkt door frequentie, duur en intensiteit van activiteiten, type (cardiovasculair, kracht, flexibiliteit) en context (werk, vervoer, vrije tijd). Ze worden beïnvloed door persoonlijke factoren (leeftijd, gezondheid, motivatie), sociale factoren (ondersteuning, normen) en omgevingsfactoren (infrastructuur, veiligheid, klimaat).

Meting en evaluatie: Beweging wordt vaak gemeten met zelfrapportage-instrumenten zoals vragenlijsten en dagboeken, maar ook met objectieve hulpmiddelen als accelerometers en pedometers. Het onderscheid tussen activiteitenpatronen en sedentariteit vereist meerdere metingen over tijd en, bij voorkeur, een combinatie van methoden.

Bevordering en toepassing: Strategieën om bewegingsgewoonten te verbeteren richten zich op doelstellingen, zelfmonitoring, feedback en barrièremove thema's; integratie van beweging in dagelijkse routines (trap nemen, fietsen naar werk), omgevingsontwerp en beleidsmaatregelen in werk en onderwijs; en publieke gezondheidsprogramma's die gelijkmatige kansen bevorderen.