amandel
De amandel (Prunus dulcis) is de zaadkern van de amandelboom en een van de meest gebruikte noten. Er bestaan zoete en bittere amandelen; zoete amandelen worden meestal rauw of geroosterd gegeten en gebruikt in talrijke producten. Bittere amandelen bevatten amygdaline, dat bij onvoldoende verwerking waterstofcyanide kan opleveren; ze worden daarom doorgaans verwerkt tot olie, extracten of in beperkte hoeveelheden verkocht.
Botanie en oorsprong: de amandelboom is een bladverliezende boom uit de familie Rosaceae. Oorspronkelijk afkomstig uit
Teelt en oogst: bomen bloeien vroeg in het voorjaar met witte of lichtroze bloemen. Oogst vindt meestal
Toepassingen: amandelen worden rauw gegeten of geroosterd en voorkomen in gebak, snoep en marsepein. Ze kunnen
Voedingswaarde en gezondheid: amandelen leveren vetten (vooral enkelvoudig onverzadigde), eiwitten, vezels en vitamine E, met veel
Historie en productie: de amandel werd in oudheid verbouwd in de Middellandse Zee en rond Iran. Tegenwoordig