Home

aardbeving

Een aardbeving is een plotselinge verplaatsing van rotsmassa’s in de aardkorst of aardmantel, die energie vrijmaakt in de vorm van seismische golven. Dit gebeurt wanneer spanning zich opbouwt langs tektonische plaatgrenzen of in fault zones en plotseling wordt vrijgegeven door breuk of beweging langs een breukvlak. De beweging vindt meestal plaats langs transform-, divergente of convergente grenzen.

De mechanisme van aardbevingen omvat de generatie van verschillende soorten seismische golven: P-waves (drukgolven), S-waves (torsie-

Aardbevingen worden geklasseerd naar magnitude, een maat voor de vrijgekomen energie. De lokale magnitude ML werd

Gevolgen variëren van matig tot ernstig en kunnen bestaan uit scheuren in gebouwen, grondverschuivingen, en in

Monitoring gebeurt met seismometers en seismografen. Wereldwijd houden organisaties als USGS en KNMI activiteit bij. Preventie

of
schuddinggolven)
en
oppervlaktegolven.
Deze
golven
bereiken
de
aarde
en
veroorzaken
trillingen
aan
het
oppervlak,
met
variërende
intensiteit
afhankelijk
van
diepte,
soort
beving
en
samenstelling
van
de
ondergrond.
lange
tijd
gebruikt
(ook
wel
de
“Richter-magnitude”
genoemd),
terwijl
de
moderne
beschrijving
vaker
de
momentmagnitudes
Mw
hanteert.
De
waargenomen
intensiteit
op
het
oppervlak
wordt
vaak
uitgedrukt
met
de
Mercalli-intensiteitsschaal,
die
schade
en
beleefde
trillingen
beschrijft.
kustgebieden
tsunamis.
Naast
directe
schade
kunnen
liquefactie
van
modderige
bodems
en
naschokken
optreden.
Aardbevingen
komen
vooral
voor
langs
de
randen
van
tektonische
platen;
de
Pacifische
Ring
van
Vuur
is
een
gebied
met
veel
bevingen.
omvat
striktere
bouwvoorschriften,
rampenplanning
en
voorlichting
aan
bevolking
en
bedrijfsleven.
Belangrijke
grote
voorbeelden
zijn
de
Valdivia-aardbeving
(1960),
de
Tohoku-aardbeving
(2011)
en
vroegere
historische
bevingen
zoals
die
van
San
Francisco
(1906).