aangeplant

Aangeplant is het voltooid deelwoord van aanplanten en wordt in het Nederlands gebruikt als bijvoeglijk naamwoord of zelfstandig naamwoord om aan te geven dat planten in de bodem of in een pot zijn geplaatst. Het wijst op een menselijke handeling: de plant is geplaatst op een specifieke locatie, zodat deze kan uitgroeien of als onderdeel van een ontwerp kan functioneren.

In horticulture en landscaping verwijst een aangeplante plant naar bomen, struiken, hagen of bodembedekkers die in een tuin, park of straat zijn gezet. Het onderscheidt zich van planten die worden gezaaid of zich vanzelf verspreiden. Aangeplante planten komen vaak uit kwekerijen en kunnen via verschillende vormen van plantmateriaal worden aangeboden, zoals containergewortelde planten of baarwortelplanten.

Soorten en plantmateriaal: aangeplante planten worden doorgaans geleverd als potplanten (containergewortelde) of als baarwortelplanten. Containerplanten hebben wortels die in een pot zijn gevormd en kunnen sneller het gewenste uiterlijk geven, terwijl baarwortelplanten vaak minder transportgewicht hebben maar een grondige bewerking bij planten vereisen. De keuze hangt af van locatie, seizoen en beoogd onderhoud.

Onderhoud en opgroeien: na het aanplanten vereist het jonge materiaal regelmatig water, controleren op wortelontwikkeling en onkruidonderdrukking. Mulchen helpt vocht vast te houden en wortelonkruiden te helpen beheersen. In stedelijke of landschapsprojecten wordt rekening gehouden met bodemkwaliteit, plantafstand en toekomstige groei.

Ecologie en regelgeving: soms verwijst aangeplant naar niet-inheemse of geïntroduceerde soorten. In veel regio’s bestaan regels over welke soorten als aangeplant mogen worden gebruikt, om ecologische risico’s en invasieve invloeden te voorkomen. Het begrip blijft daarom ook gedeeltelijk afhankelijk van de context en beheerdoel.