plantafstand
Plantafstand is de afstand tussen individuele planten in een gewas en, bij rijgewijze teelt, de afstand tussen de rijen. De afstand bepaalt hoeveel licht de bladeren kunnen opvangen, hoe lucht kan circuleren en hoeveel wortel- en voedingsruimte planten hebben. Daarmee beïnvloedt plantafstand de opbrengst, de kwaliteit en de kans op ziektes en plagen. De optimale afstand hangt af van de soort en cultivar, de groeivorm, het klimaat en de bodem, maar ook van teeltwijze en de gewenste mate van mechanisatie.
Afmetingen worden meestal gegeven als binnen-rijafstand en tussen-rijafstand. Voor veel gewassen wordt tijdens het zaaien of
Te nauwe plantafstand vergroot de concurrentie om licht, water en voedingsstoffen en kan ziektedruk vergroten; te
Voorbeelden van richtwaarden (variëren per cultivar en teeltsysteem):
- Wortelgewassen: rijafstand 20-30 cm; plantafstand 2-5 cm na thinning.
- Sla: plantenruimte 20-25 cm; rijen 30-45 cm.
- Tomaat: planten 45-60 cm; rijen 90-120 cm.
- Komkommer: planten 50-70 cm; rijen 90-120 cm.
- Maïs: planten 20-30 cm; rijen 70-90 cm.
Plantafstand is een fundamentele parameter die afgesteld moet worden op productie-eisen, teeltwijze en mechanisatie.