Home

Basiswerkwoord

Basiswerkwoord is een term uit de Nederlandse grammatica die verwijst naar de infinitiefvorm van een werkwoord, het lemma waarop alle vervoegingen zijn gebaseerd. Het is de canonieke vorm waaruit conjugaties afgeleid worden en wordt vaak gezien als de entry in een werkwoordvervoegingschema. In veel bronnen wordt het basiswerkwoord ook wel bare infinitive genoemd, of simpelweg infinitief.

Het basiswerkwoord vormt de referentiepunt voor de vervoeging. Uit het basiswerkwoord worden de verschillende tijden en

In de praktijk fungeren basiswerkwoorden ook als citaatvorm in woordenboeken en grammatica’s. Soms wordt het basiswerkwoord

vormen
opgebouwd,
zoals
de
tegenwoordige
tijd,
de
verleden
tijd
en
het
voltooid
deelwoord.
Bij
regelmatige
werkwoorden
ontstaat
een
voorspelbaar
patroon:
van
het
basiswerkwoord
kun
je
een
stam
afleiden
en
daaraan
eindjes
toevoegen,
bijvoorbeeld
van
werken
naar
ik
werk,
jij
werkt,
wij
werken.
De
verleden
tijd
krijgt
vaak
andere
uitgangen
(werkte,
werkten)
en
het
voltooid
deelwoord
is
meestal
gewerkt.
Onregelmatige
werkwoorden
vertonen
vaak
stem-
of
klankveranderingen
in
sommige
vormen
(lopen
→
ik
loop,
jij
loopt;
liep;
gelopen).
als
synoniem
voor
infinitief
gebruikt,
maar
sommige
leerboeken
maken
onderscheid
tussen
de
bare
infinitive
en
de
infinitief
met
te
in
bepaalde
constructies.
Het
begrip
helpt
bij
het
herkennen
van
vervoegingsklassen,
onregelmatigheden
en
familieverbanden
tussen
werkwoorden,
en
vormt
een
essentiële
basis
voor
het
leren
van
Nederlandse
werkwoordmorfologie.