smaakverbeteraars

Smaakverbeteraars zijn voedseltoevoegingen die de smaakintensiteit van een gerecht vergroten zonder dat de toegevoegde stof zelf duidelijk een aparte smaak geeft. Ze verbeteren vaak de umami-smaak en kunnen het gevoel van smaak versterken, zonder noodzakelijk meer zout toe te voegen. In de EU vallen veel smaakverbeteraars onder gereguleerde E-nummers.

Voorbeelden en typen zijn onder meer monosodiumglutamaat (MSG, E621), disodium inosinaat (E631) en disodium guanylaat (E627). Deze middelen versterken de receptoren voor smaak en versterken daarmee de al aanwezige smaken in voedingsmiddelen. Daarnaast worden natuurlijke smaakverbeteraars gebruikt, zoals extracten van gist of dierlijke/plantenteeltproducten die vrij glutamaat of andere smaaksignalen bevatten. Smaakverbeteraars komen vaak voor in bouillons, soepen, sauzen, snacks en kant-en-klare maaltijden.

Regulering en veiligheid: in de Europese Unie zijn smaakverbeteraars toegestaan onder strikte regels en moeten ze worden vermeld op het etiket (bijvoorbeeld als E-nummers). Over het algemeen wordt MSG als veilig beschouwd voor de meeste mensen bij gebruikelijke hoeveelheden, hoewel sommige individuen gevoelig kunnen reageren op grote hoeveelheden, met klachten als hoofdpijn of een verlaagde bloeddruk. Er bestaat geen algemeen vastgestelde ADI voor MSG; gevoeligheid verschilt per persoon. Het consumeren van smaakverbeteraars gebeurt meestal in combinatie met andere ingrediënten en kan helpen zoutgebruik te verminderen doordat de algehele smaakintensiteit toeneemt.

Zie ook: voedseladditieven, umami, voedingsetikettering.