peterselie

Peterselie (Petroselinum crispum) is een kruid uit de familie Apiaceae, veel gebruikt als smaakversterker en garnering in de keuken. Oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, wordt het wereldwijd geteeld en in diverse keukens geprezen om zijn frisse, groene smaak.

Er zijn twee hoofdvarianten: bladpeterselie en krulpeterselie. Bladpeterselie heeft lange bladpenen met stevige, puntige bladsegmenten; krulpeterselie heeft dichter, gekroesd blad. Een andere vorm, wortelpeterselie, is een wortelgroente en verschilt in smaak en gebruik.

Botanisch gezien is peterselie een een- tot tweejarige plant die in veel gevallen als eenjarige wordt geteeld. De hoogte bedraagt doorgaans 30 tot 60 centimeter. Blad is geveerd tot pinnaat en de plant produceert kleine witte bloemen in trossen wanneer hij zaait of bolt.

Teelt: peterselie prefereert koele klimaten, zon tot halfschaduw en een goed doorlatende, voedzame grond met een pH rond 6 tot 7,5. Zaden worden in het vroege voorjaar of in de late zomer gezaaid; germinatie kan traag zijn. Regelmatig water geven is belangrijk. Blad kan vanaf de onderkant worden geoogst zodat de plant blijft groeien; bij hoge temperaturen kan de plant sneller bol blijven.

Toepassingen en voeding: peterselie wordt veel gebruikt in salades, sauzen, soepen en bij vis- en vleesgerechten. Het bevat onder meer vitamine C, K en folaat en wordt meestal vers gebruikt vanwege de vluchtige oliën die smaak geven.

Opslag: verse peterselie blijft kort goed in de koelkast, bijvoorbeeld in een vochtige doek of met een beetje water. Het kan ook worden ingevroren of gedroogd.