Home

overlevingspercentages

Overlevingspercentages, vaak survival rates genoemd, geven het aandeel van een beginpopulatie aan dat na een bepaalde follow-upperiode nog in leven is. Ze worden veel gebruikt in geneeskunde, demografie en ecologie om de prognose van een populatie of de effectiviteit van een behandeling te beschrijven.

Berekening en methode: in eenvoudige gevallen kan het percentage worden berekend als (aantal levenden aan het

Soorten: Absolute overlevingspercentages geven de daadwerkelijke overleving in de onderzochte groep weer. Relative overleving vergelijkt de

Toepassingsgebieden: in de geneeskunde worden vaak 5-jaars of 10-jaars overlevingspercentages gerapporteerd, bijvoorbeeld bij kanker. In ecologie

Interpretatie en beperkingen: overlevingspercentages hangen af van de gekozen follow-upduur en de gebruikte methode. biases zoals

Voorbeeld: een studie start met 100 patiënten; na vijf jaar zijn er 60 nog in leven, waardoor

eind
/
aantal
aanvang)
×
100.
In
medische
studies
wordt
vaak
met
censurering
gewerkt
omdat
niet
alle
personen
de
volledige
follow-up
behalen.
Hiervoor
worden
statistische
methoden
toegepast
zoals
de
Kaplan-Meier-estimator
of
leeftijdsgebonden
levenstabellen,
die
rekening
houden
met
tussentijdse
uitval
en
variatie
in
follow-up.
waargenomen
overleving
met
de
verwachte
overleving
in
een
algemene
populatie.
Disease-specific
survival
meet
alleen
de
overleving
die
toe
te
schrijven
is
aan
de
ziekte
van
belang,
terwijl
conditional
survival
de
kans
op
verder
overleven
geeft
op
basis
van
reeds
behaalde
overleving.
en
demografie
worden
soortgelijke
maatstaven
gebruikt
om
populaties
en
levensduur
te
beoordelen.
lead-time
bias
en
length-time
bias
kunnen
de
interpretatie
beïnvloeden.
Vergelijkingen
tussen
groepen
of
landen
vereisen
aanpassingen
voor
leeftijdsopbouw,
diagnostische
mogelijkheden
en
behandelmethoden.
Daarnaast
kan
langere
follow-up
veranderende
prognoses
opleveren.
de
5-jaars
overlevingspercentage
60%
bedraagt.