Home

nietfinitieve

Nietfinitieve verwijst in de taalkunde naar de vorm van een werkwoord die geen finite kenmerken draagt: geen persoons- of getalvervoeging en meestal geen tijdsaanduiding. Nietfinitieve vormen kunnen wel een aandeel hebben in de betekenis van de zin, maar vormen zelf geen zelfstandig predikaat met tijd en persoon. Ze spelen een centrale rol in de zinsbouw doordat ze samen met hulpwerkwoorden of in niet-verwante clausules structuur kunnen bieden.

De belangrijkste niet-finitieve vormen in het Nederlands zijn onder meer:

- Infinitief: de ongereflecteerde vorm van het werkwoord, zoals lezen, lopen. Het infinitief kan functioneren als onderwerp

- Het te-infinitief: het infinitief voorafgegaan door te, zoals te lezen of te lopen. Het verschijnt vaak

- Het onvoltooid deelwoord (present participle): vormen als lezend, lopend. Deze participia dienen vaak als bijvoeglijke bepalingen

- Het voltooid deelwoord (past participle): vormen als gelezen, gelopen, gedaan. Deze participia worden gebruikt in samengestelde

Nietfinitieve clausules kunnen functioneren als objecten, onderwerpen of bijstellingen binnen zinnen. Ze dragen bij aan de

of
object
in
een
zin,
bijvoorbeeld:
Lezen
is
ontspannend.
in
constructies
met
modale
werkwoorden,
wens,
of
doelen,
bijvoorbeeld:
Ik
probeer
te
lezen;
Het
is
leuk
om
te
lezen.
of
in
bepaalde
samengestelde
werkwoordsvormen.
tijden
(hebben/
zijn
+
voltooid
deelwoord)
en
in
passieve
constructies,
bijvoorbeeld:
Ik
heb
gelopen;
Het
boek
is
gelezen.
flexibiliteit
van
de
zinsbouw
doordat
meerdere
niet-finitieve
vormen
zonder
persoonlijke
congruentie
in
talen
kunnen
voorkomen.
In
vergelijking
met
finite
vormen
leveren
ze
geen
specifieke
tijd-
of
persoonsinformatie;
die
informatie
komt
uit
de
hoofdzin
of
uit
hulpwerkwoorden.