macroporiën

Macroporiën zijn grote poriën in de bodem die water en lucht sneller laten doorstromen dan de fijnere poriën. Ze ontstaan onder meer door bioturbatie van bodemdieren zoals regenwormen, door gangen van wortels en door scheuren in klei- of leemvoeden. Door hun grootte hebben macroporiën een hoge hydraulische geleidbaarheid en vormen ze vaak een netwerk voor preferential flow, waardoor water sneller door de bodem kan bewegen dan via de rest van het poriënstelsel.

De aanwezigheid van macroporiën beïnvloedt de hydrologie en de plantengroei. Ze versnellen infiltratie en drainage, wat kan leiden tot minder oppervlaktewater en sneller dalen van vocht tot dieper gelegen lagen. Tegelijk kunnen nutriënten en pesticiden via deze kanalen sneller naar diepere lagen en mogelijk naar het grondwater zweven. Voor wortels bieden macroporiën vaak snelle routes voor groei en verbeteren ze de zuurstoftoegang in de bodem.

Vorming en beheer: macroporiën ontstaan door dierenactiviteit, wortelgroei en scheurvorming bij droog-natte cycli. Praktijken die de bodemstructuur willen behouden of herstellen, omvatten minimale bodembewerking, groenbemesting en toevoeging van organische stof. Zware landbouwwerktuigen en intensieve ploegen beschadigen of verdichten macroporiën, waardoor hun netwerk afneemt en de drainage kan verstoord raken.

Toepassing en herkenning: inzicht in macroporiën is relevant voor drainageplanning, beregening en nutriëntenbeheer. Infiltratie- en drenagetesten, evenals dye-traceronderzoek, worden gebruikt om de aanwezigheid en functionaliteit van macroporiën te beoordelen. In landbouw en natuurbeheer kan het behouden van macroporiën bijdragen aan een betere bodemdynamiek en wateroverslagbeheersing.