Home

lagedruksystemen

Lagedruksystemen vormen een van de belangrijkste atmosferische structuren die het weer beïnvloeden. Ze ontstaan wanneer de luchtdruk in het centrum lager is dan in de omgeving en lucht van alle kanten naar dat centrum stroomt. In veel regio’s draaien lagedruksystemen in het noordelijk halfrond meestal tegen de klok in, terwijl ze in het zuidelijk halfrond met de klok mee draaien.

In het centrum van een lagedrukgebied stijgt de lucht op, koelt af en condenseert, waardoor wolken ontstaan

Lagedruksystemen leveren doorgaans wisselend tot ernstig weer op: regen of sneeuw, wind en soms stormachtige omstandigheden.

Waarneming en voorspelling gebeuren met barometers, radar en satellieten, ondersteund door weermodellen. Centrale druk in hPa

en
neerslag
kan
volgen.
Vaak
zijn
deze
systemen
verbonden
met
weersfronten,
zoals
warme
en
koude
fronten,
die
zorgen
voor
verschillende
soorten
neerslag
en
veranderingen
in
windrichting.
Tropische
lagedruksystemen,
zoals
orkanen
en
tropische
stormen,
ontstaan
echter
boven
warm
oceaanwater
en
kennen
een
andere
structuur,
met
een
duidelijk
oog
in
intensere
gevallen.
Ze
beïnvloeden
scheepvaart,
luchtvaart
en
landelijk
transport
en
kunnen
in
korte
tijd
veel
tot
weinig
licht
brengen
afhankelijk
van
de
intensiteit
en
ligging.
In
gematigde
breedtegraden
komen
ze
regelmatig
voor
en
dragen
bij
aan
seizoensmatige
variaties
in
weerpatronen.
(hectopascal)
geeft
vaak
een
indicatie
van
de
intensiteit;
lagere
waarden
duiden
op
sterker
weer.
De
nauwkeurigheid
van
vooruitzichten
is
afhankelijk
van
data,
modelkwaliteit
en
de
dynamiek
van
de
lagedruksystemen.