kristallisatiegedrag
Kristallisatiegedrag verwijst naar de verzamelde eigenschappen en processen waardoor een stof in kristallijne vorm ontstaat onder gegeven omstandigheden. Het omvat nucleatie, kristalgroei en de mogelijke polymorfe of amorfe toestand, evenals de morfologie van de kristallen (kristalhabitus) en de kinetiek die de snelheid bepaalt.
Nucleatie vindt plaats wanneer kleine kristallijntjes ontstaan uit een supersaturatie-oplossing of smelt. Het kan homogeen plaatsvinden
Factoren: oplosmiddel, temperatuurprogramma, druk, pH, aanwezigheid van verontreinigingen of zaadkristallen, surfactants, en mechanische invloeden. Supersaturatie is
Polymorfie en amorfe toestand: dezelfde stof kan meerdere kristalstructuren aannemen; polymorfen hebben verschillende fysische eigenschappen zoals
Metingen en modellering: X-ray diffractie, DSC, Raman, UV-Vis, lichtmicroscopie, SEM, en in situ technieken. Kinetische modellen
Toepassingen: farmacie, voeding, chemische engineering en materiaalwetenschappen. Het ontwerp van crystallisatieprocessen streeft naar gewenste kristalvorm, kristalgrootte