kleigebieden
Kleigebieden zijn geografische zones waarin klei de overheersende bodemsoort vormt. Klei is een fijnkorrelige bodem (korrels kleiner dan circa 0,002 millimeter) met een hoge waterretentie en een sterke plastische eigenschap als de bodem nat is. De aanwezigheid van verschillende kleimineralen, zoals illiet, smectiet en kaolien, bepaalt de structuur en het gedrag van de bodem, waaronder het shrink-swell-effect bij wisselende vochtigheid. Door deze eigenschappen hebben kleigebieden vaak een lage doorlatendheid en een variërend draagvermogen, wat van invloed is op landbouw, bouwen en infrastructuur.
Ontstaan en voorkomen: kleigebieden ontstaan door sedimentatie in watermassa’s zoals rivieren, moerassen en delta’s, maar komen
Gebruik en beheer: kleigebieden zijn vaak vruchtbaar in termen van vruchtbaarheid door hun meetbare voedingsstoffenretentie, maar
Milieu en uitdagingen: de hoge vochtretentie kan leiden tot verzeping van landbouwgewassen bij verkeerde drainage; erosie