Home

interveniërende

Interveniërende is een bijvoeglijk naamwoord en participium in het Nederlands, afkomstig van het werkwoord interviëren (interveniëren) en daarmee vertaald als “interveniërend” of “tussenkomend”. Het duidt op iets of iemand die tussenbeide komt in een situatie of proces. De vorm wordt vooral in formele of technische contexten gebruikt om aan te geven dat er sprake is van interventie of tussenkomst.

Etymologie en grammatica: interviëren is afgeleid van een Latijns/Frans groepeen met dezelfde betekenis. De tegenwoordige deelwoordsvorm

Gebruik: in de rechtspraktijk verwijst interveniërende partij naar een partij die zich bij een bestaande procedure

Voorbeelden:

- De interveniërende partij besloot zich bij de zaak aan te sluiten.

- Onderzoekers onderzochten welke interveniërende factoren de uitkomst van de behandeling kunnen beïnvloeden.

Zie ook: intervene, interveniënt (persoon die intervenieert), tussenliggende variabele. Interveniërende wordt vooral in formeel, technisch of

is
interviërende
(gespeld
met
de
trema
op
de
ij).
In
zinsverband
kan
het
zowel
attributief
als
predicatief
gebruikt
worden,
bijvoorbeeld:
“de
interveniërende
partij”
of
“de
partij
die
intervenieert”.
voegt
om
haar
belangen
te
laten
behartigen.
In
wetenschappelijke
en
maatschappelijke
teksten
kan
het
verwijzen
naar
interveniërende
factoren
of
variabelen
die
een
relatie
tussen
andere
variabelen
beïnvloeden
of
onderbreken.
Hoewel
het
begrip
correct
is,
wordt
in
veel
gevallen
eerder
gesproken
van
tussenliggende
of
mediator-variabelen,
afhankelijk
van
de
discipline
en
de
voorkeur
voor
terminologie.
juridisch
taalgebruik
aangetroffen.